Wanneer er mogelijk een Bellse parese bestaat kan spontaan herstel worden afgewacht. In die periode moet uitdroging van het oog worden voorkomen door behandeling met onder andere:
•kunsttranen of ooggel overdag
•een bril overdag die het oog enigszins afsluit (eventueel met een klepje aan de zijkant)
•ooggel of oogzalf 's nachts
•'s nachts zalf in het oog en eventueel een verband op het oog
•'s nachts een horlogeglasverband. Dit is een oogpleister met een plastic ruitje waardoor er voor het oog een soort vochtig kamertje ontstaat. Het glaasje van een horlogeglasverband hoort dan ook beslagen te zijn.
Wanneer de kans op spontaan herstel klein is en er klachten zijn ten gevolge van uitdroging van het hoornvlies kan getracht worden de sluitfunctie van het oog te verbeteren door een gouden gewichtje in het bovenooglid te plaatsen.
Een gouden gewichtje werkt niet bij iedereen en ook verschilt het benodigde gewicht. Om dit na te gaan worden verschillende proefgewichtjes (variërend tussen de 0,8 en 2,0 gram) op het bovenooglid geplaatst met dubbelzijdig klevend plakband. Wanneer blijkt dat de sluitfunctie hierdoor verbetert wordt voorgesteld om een gewichtje in het ooglid te plaatsen.
De operatie waarmee dit gedaan wordt duurt 20 minuten. Het ooglid wordt met twee kleine injecties verdoofd. Dan wordt er een kleine snee in de huidplooi van het bovenooglid gemaakt. Het gekozen gewichtje wordt in het ooglid geplaatst, juist boven de lidrand, en vastgehecht. De wond wordt met een doorlopende hechting gesloten. De hechting kan na 5 dagen worden verwijderd.
Bijwerkingen en complicaties van een gouden gewichtje:
•door het gewichtje gaat het bovenooglid wat lager staan. Soms gaat het hierdoor storend voor de pupil hangen. Het gewichtje kan dan worden verwijderd.
•door het gewichtje wordt het bovenooglid dikker, wat cosmetisch enigszins storend is
•en tenslotte: soms verminderen de afwijkingen van het hoornvlies en de klachten niet ondanks het gewichtje.
Bij problemen kan het gewichtje even eenvoudig worden verwijderd als het werd geplaatst.
Behandeling van een lage stand van het onderooglid
Een laag staand of naar buiten gekanteld onderooglid wordt gecorrigeerd met een operatie waarbij het ooglid in de buitenooghoek wordt losgemaakt en opnieuw aan de rand van de oogkas wordt vastgehecht. Deze operatie heet: 'laterale tarsale strip procedure'. De ingreep wordt onder plaatselijke verdoving verricht (met 2 injecties in de buitenste ooghoek) en duurt een half uur.
Bijwerkingen en complicaties van correctie van het onderooglid
•Het is niet altijd mogelijk alle laagstand te corrigeren.
•Een zwelling in de buitenooghoek door ontsteking van de diepe hechtingen komt (zelden) voor.
Nieuwe ontwikkelingen
1.Botankertjes
Bij een facialisparese bestaat er vaak ook een lage stand van het aan de neuskant gelegen deel van het onderooglid. Dit is lastig te corrigeren omdat dit deel van het ooglid niet goed aan het bot kan worden bevestigd.
Hierbij worden van botankertjes toegepast om dit deel van het ooglid hoger te plaatsen door middel van fixatie van het ooglid door middel van een hechtdraad naar een botankertje in het bot van de oogkas. Deze methode is nog te nieuw om al resultaten te kunnen melden.
2.Overhechting van het onderste deel van het hoornvlies met bindvlies (Conjunctiva-overhechting)
Wanneer ondanks een gouden gewichtje en correctie van de positie van het onderooglid ernstige uitdroging van het onderste deel van het hoornvlies blijft bestaan kan dit worden behandeld met een 'conjunctiva-overhechting'. Bij deze operatie wordt de bedekkende laag (het 'epitheel') van het onderste deel van het hoornvlies onder het niveau van de pupil verwijderd. Hierna wordt het bindvlies (dat normaal onzichtbaar is en het oogwit bedekt) losgemaakt en over dit deel van het hoornvlies gehecht. Doordat het bindvlies veel minder gevoelig is voor uitdroging dan het hoornvlies neemt de kans op een zweer van het hoornvlies door uitdroging af en verminderen bovendien de klachten van irritatie en pijn.
Bijwerkingen en complicaties van conjunctiva-overhechting:
•De meest voorkomende complicatie is gedeeltelijke terugtrekking van de overhechting. Ook kan het voorkomen dat het transplantaat niet aanslaat, waardoor de operatie voor niets is verricht.
•De eerste maanden na de operatie blijft het onderste deel van het hoornvlies rood. Dit wordt geleidelijk minder, maar het onderste deel van het hoornvlies blijft altijd wat grijzig van kleur.
In het verleden werd vaak getracht de uitdroging van het oog te beperken door het de oogleden in de buiten ooghoek - en eventueel ook in de binnenooghoek - gedeeltelijk aan elkaar te hechten. Deze operaties heten beiden 'tarsorraphie'.
De ingrepen geven in het algemeen weinig verbetering van de oogsluiting maar zijn wel cosmetisch lelijk. Tarsorraphie wordt door ons dan ook alleen maar toegepast wanneer er ondanks een gouden gewichtje, correctie van de positie van het onderooglid en conjunctiva-overhechting toch ernstige uitdroging van het hoornvlies blijft bestaan.
Correctie van een lage stand van de wenkbrauw
Ook de wenkbrauw kan door de facialisparese lager gaan hangen. De eenvoudigste en meest gebruikte methode om dit te corrigeren is het verwijderen van een reep huid direct boven de wenkbrauw en sluiten van de wond. Dit kan onder plaatselijke verdoving gebeuren, de ingreep duurt 30 tot 45 minuten. Nadeel: ook als de wond zo nauwkeurig mogelijk gehecht wordt ontstaat er een litteken boven de wenkbrauw dat - afhankelijk van uw wondgenezing - meer of minder zichtbaar is.
Er bestaan andere methodes om de wenkbrauw hoger te plaatsen, zoals de 'endoscopische browlift'. Hierbij wordt via enkele kleine sneetjes in het voorhoofd juist onder de haargrens de wenkbrauw met hechtingen onder de huid omhoog getrokken. Er is echter (nog) niet aangetoond dat deze operatietechniek bij de facialisparese effectief is. Ook wordt deze ingreep momenteel vaak niet door de zorgverzekeraars vergoed. Ook de wenkbrauw kan door de facialisparese lager gaan hangen.
Correctie van een lage stand van de mondhoek
Wanneer de mondhoek hangt kan de plastisch chirurg dit corrigeren. Ook zijn er neurochirurgische operaties waarmee getracht wordt de niet meer functionerende zenuw te herstellen door middel van transplantatie van andere zenuwen. De resultaten hiervan zijn vaak teleurstellend, bovendien duurt het - door het trage herstel van zenuwen - lang voor een eventueel resultaat optreedt.
Andere problemen bij een facialisparese
1.Abnormale zenuwingroei ('aberrante reinnervatie')
Bij een langdurige bestaande verlamming kan herstel optreden door ingroei van een andere zenuw. Dit kan verschillende problemen veroorzaken, zoals een dichttrekkend oog, dichtgaan van het oog tijdens kauwen of tranen tijdens eten. Behandeling hiervan is in het algemeen moeilijk omdat dit snel leidt tot uitdroging van het oog. Bij ernstige gevallen kan het dichtknijpen soms behandeld worden met tijdelijk werkende injecties met een spierverlammend middel (botulinumtoxine). Ook dit kan uitdroging veroorzaken.
2.Het tranen
Zoals genoemd berusten de traanklachten voor een groot deel op het niet meer werken van de traanpomp. De normale traanwegoperaties waarbij de afvoergangen wijder worden gemaakt werken daarom bij een facialisparese vrijwel nooit. De enige mogelijkheid om het tranen te verhelpen is het plaatsen van een glazen traanwegprothese tussen de ooghoek en de neus. Doordat een dergelijke traanwegprothese niet spontaan op zijn plaats blijft zitten zijn heroperaties vooral de eerste twee jaar vaak nodig. U moet deze ingreep dan ook alleen overwegen wanneer u zeer veel last van het tranen heeft.
De Lairessestraat 59 1071 NT Amsterdam 020-679 71 55 omca@me.com www.omca.nl
Amsterdam Eye Hospital
Oogziekenhuis Amsterdam