Behandeling, algemeen

Er is tot nu toe helaas nog geen mogelijkheid het ontstaan van ROP bij te vroeg geborenen te voorkomen. Veeleer is het door de huidige neonatologische technieken mogelijk steeds jongere  premature kinderen in leven te houden. Juist bij hen is de kans om ROP te ontwikkelen het hoogst. Daardoor blijkt het aantal tgv ROP blind of slechtziend geworden kinderen in Nederland een stijging te vertonen. Anderzijds hebben nieuwe neonatologische behandelingen de kans op ROP duidelijk verkleind.

Behandeling, oogheelkundig

Aangezien thans algemeen wordt aangenomen dat de prikkel voor het uitgroeien van afwijkende bloedvaten in het netvlies afkomstig is uit het nog niet van vaten voorziene gedeelte daarvan, bestaat behandeling van ROP uit het uitschakelen van dit gedeelte van het netvlies met behulp van cryotherapie (koude coagulatie) of laserbehandeling. Deze behandelingen worden gegeven in gespecialiseerde oogklinieken, veelal in centra waar ook een NICU (Neonatale Intensive Care Unit) aanwezig is.

De noodzaak tot behandeling hangt af van een aantal faktoren: de plaats van de afwijkende vaten in het netvlies, de ernst van de afwijking en de mate van progressie van de afwijkingen. In principe wordt onder narcose behandeld via de buitenkant of via de pupilopening van het oog. Soms is herhaalde cryo of laserbehandeling  nodig. In de vergevorderde stadia  van ROP kan geprobeerd worden iets van visuele functie te behouden door hooggespecialiseerde netvlieschirurgie. De prognose in deze gevallen is helaas ongunstig.

Prognose

Door deze behandelingen tijdig  toe te passen bleek in een grote Amerikaanse studie het  aantal kinderen dat door ROP blind of slechtziend werd  met 50% af te nemen. Nog steeds wordt echter een deel van de behandelde kinderen slechtziend of blind tgv de netvliesafwijkingen of complicaties, zoals bloedingen of verhoogde oogdruk.Ook is er in de met succes behandelde groep kinderen een verhoogde kans op latere complicaties zoals een lui oog, sterke bijziendheid, scheelzien of een late netvliesloslating. Oogheelkundig vervolgonderzoek op peuter en kleuterleeftijd wordt daarom aanbevolen. 

De Lairessestraat 59   1071 NT   Amsterdam   020-679 71 55   omca@me.com   www.omca.nl