De Lairessestraat 59   1071 NT   Amsterdam   020-679 71 55   omca@me.com   www.omca.nl

Patiënten vertonen gewoonlijk een stoornis in het centrale zicht, ofwel een grijze zone of een blinde vlek in het centrale veld, of metamorfopsie die golving of golving in het centrale deel van het zicht is.

Bij klinisch onderzoek kan de oogarts een of meer kleine blaarachtige verhogingen van het retinale pigmentepitheel vinden.

In de acute stadia is er een bovenliggende verhoging van het neurosensorische netvlies.

Af en toe zijn patiënten met loslatingen van het netvlies asymptomatisch, simpelweg omdat de vloeistofbel niet het midden van de macula of het foveale gebied omvat.

Tekenen van eerdere CSR’s van het netvlies kunnen vaak door de arts worden gedetecteerd. Dit zijn atrofische en pigmentaire degeneratieve zones in het netvlies.

Wanneer het neurosensorische netvlies verhoogd is, wordt het verplaatst van zijn normale voedingsbron, de choroïdale circulatie.

Na verloop van tijd kan het buitenste netvlies gedegenereerd raken. Zelfs wanneer het vocht onder de macula verwijnt en deze niet langer losligt, functioneert deze niet vanwege de degeneratieve verandering.

Een belangrijk onderdeel van de diagnose van centraal sereus berust op het fluoresceïne-angiogram. In het typische geval kan een lek worden aangetoond ter hoogte van het retinale pigmentepitheel wanneer de fluoresceïnekleurstof geleidelijk overgaat in de subneurosensorische retinale ruimte.

Dit is het kenmerkende angiografische kenmerk van de aandoening in zijn klassieke vorm. De lekken zullen variëren, afhankelijk van de duur van het loslaten en de aard van de vloeistof.

Sommige ernstige varianten van de ziekte worden gezien bij patiënten met bepaalde systemische ziekten zoals ernstige hypertensie, vasculaire collageenaandoeningen, bloeddyscrasieën en orgaantransplantatie. Het gebruik van corticosteroïden kan ook een risicofactor zijn voor CSR.