De noodkreten van de extramuralen werden aangehoord door de toenmalige LSV en het NOG maar deze representatieve partijen ondernamen geen doeltreffende actie om de extramurale oogartsen voldoende te steun te bieden. Hierdoor onstonden eigen initiatieven. Deze werden  oorspronkelijk opgestart en ondersteund door de Amsterdamse Specialisten Vereniging voor de regio Groot Amsterdam.

Uiteindelijk leidden deze waardevolle initiatieven niet tot het gewenste resultaat en besloten enkele extramurale oogartsen zelf een landelijke extramurale oogartsen vereniging op te richten. Op 10 mei 1995 werd de Nederlandse Vereniging van Extramurale Oogartsen opgericht door het Oogheelkundig Medisch Centrum Amsterdam.

Drs J.A. ten Napel, voorzitter

Drs G.J. Koomen, vice voorzitter

Drs Rob Hylkema, secretaris

Drs Bouke Hora Adema, penningmeester

Drs Margriet Looman-Hooft, bestuur

Drs G. Smith, bestuur

Drs W.G. Manschot, bestuur

B. Hora Adema

R.A.W. Hylkema

Margriet Looman-Hooft

G.M. Smith

J.A. ten Napel

G.J. Koomen

W.G. Manschot

Op de volgende ledenvergadering 21 Juni 1995 werd het bestuur definitief gekozen. Er kon nu aan het werk worden gegaan en de volgende punten zouden de volle aandacht krijgen:

Verkrijgen van een adequate praktijkkosten vergoeding

Trachten te verhinderen dat oogheelkundige tarieven steeds verder zouden dalen.

Opbouwen van relaties en komen tot dialoog met andere partijen in het veld zoals VWS, COTG en ZN.

Verkrijgen van een goede dialoog met de representatieve organisaties LSV & NSF en het onderhouden van goed contact met de eigen wetenschappelijke vereniging NOG.

Oprichten van een klachtencommissie voor extramurale oogartsen hetgeen een wettelijke verplichting was geworden.

Om dit alles te kunnen realiseren was allereerst het verkrijgen van representativiteit noodzakelijk en werd aan de toenmalige Nederlandse Specialisten Federatie gevraagd om onder hun vlag,als compartiment,te mogen opereren. De NVEO kreeg haar compartiment status op 23 oktober 1995 en kon met deze sympathieke steun in de rug aan de gang gaan.

Vrijspraak & veroordelingen

Inmiddels waren al veel leden van de NVEO in aanvaring gekomen met de Economische Controle Dienst (ECD) wegens het berekenen van de kostentarieven die vermeld staan in de lijst van tarieven voor nevenverrichtingen van de ziekenhuizen.

De NVEO heeft deze handelswijze altijd gesteund om ook via de confrontatie met het openbaar ministerie te proberen de rechtsongelijkheid tussen ziekenhuis en extramurale praktijken ongedaan te maken.

Dit leidde tot rechtzaken tegen oogartsen met diverse uitspraken in den lande die varieerden van vrijspraak op formele gronden tot voorwaardelijke veroordelingen.

In vergelijking met de eisen van het openbaar ministerie waren de uitspraken van de verschillende rechtscolleges nogal mild.

Hieruit moge dan ook blijken dat ook de gerechtelijke macht een rechtsongelijkheid heeft kunnen constateren en dat terwijl duidelijk de WTG werd overtreden.

Diezelfde datum vond de eerste ledenvergadering plaats op het adres van bovenstaande praktijk en werd de contributie vastgesteld en een voorlopig bestuur gevormd bestaande uit:

De eerste overleg situaties met VWS kwamen tot stand, in begin nog bijgestaan door mr Schneider,maar later al snel zelfstandig, in begin nog met weinig resultaat.

Van de hand van de voorzitter verscheen een tweetal rapporten:

"Oogzorg een hele zorg voor de patient en voor de extramurale oogarts"

"De extramurale oogarts in het donker"

Door deze informatie te verspreiden werd gepoogd de verschillende partijen in het veld te doen ontwaken en meer begrip te verkrijgen voor de situatie van onze leden.

Er werd juridische bijstand verleend door het kantoor Stibbe, Blaise en Simont  in de personen van Mr Frits Schneider, Mr Versteeg en Mr van Angerden.

Ook was de uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven van 12 december 1996 duidelijk.

Beroep werd aangespannen door NUTS verzekeringen en andere priveklinieken tegen de afwijzing van het Centraal Orgaan Tarieven Gezondheidszorg (COTG) om toestemming te  verkrijgen de neventarieven  te mogen berekenen.

Het COTG werd hier veroordeeld om praktijkkosten tarieven te realiseren voor priveklinieken en extramuralen.