Vanuit de kruising lopen van beide ogen alle signalen die uit het rechterdeel van het gezichtsveld komen via de linker oogzenuwbaan naar het ziencentrum links (in de hersenen).

Alle signalen uit het linker gezichtsveld van beide ogen gaan naar het ziencentrum rechts.

Voorbij de kruising geldt dan ook de volgende regel.

Bij uitval van de zenuwbaan in de linker hersenhelft wordt het rechter deel van het gezichtsveld, zowel voor het linker als het rechteroog, niet meer gezien. Omgekeerd zal bij een uitval in de rechter hersenhelft het linker deel van het gezichtsveld niet meer worden waargenomen.

De hersenzenuwen

Iedere plek in het gezichtsveld heeft een eigen, vaste plaats in het ziencentrum (primaire visuele cortex), waar de gegevens worden verwerkt.

Door de kruising van banen komt de informatie van elk oog terecht in beide ziencentra (dus links en rechts). De kruising is van dien aard dat de objecten in het linker gezichtsveld (dus als men met beide ogen rechtvooruit kijkt, het linker deel ervan) worden verstuurd naar het rechter ziencentrum en omgekeerd.

Een CVA (cerebro-vasculair accident, bijv. een herseninfarct) aan de rechterzijde kan dus uitval van het linker gezichtsveld geven.

De gegevens uit de gele vlek komen in beide ziencentra links en rechts in de hersenen terecht. Dit is een soort extra beveiliging, doordat bij uitval aan één kant van de hersenen de functie van de gele vlek niet helemaal uitvalt.

Achterin het oog bevindt zich de oogzenuw (nervus opticus).

Het is in feite de informatiekabel die het oog verbindt met de hersenen. De plek waar de oogzenuw vast zit aan de oogbol heet de kop van de oogzenuw (papil). Deze kan men bij een oogonderzoek zien.

De diameter van de papil is ongeveer 1,5 mm. Alle zenuwen afkomstig van de staafjes en kegels komen samen in de papil; dit zijn ruim 1 miljoen zenuwvezels. De papil heeft zelf geen netvlies waardoor men hier niet mee kan kijken. Dit wordt de 'blinde vlek' genoemd.

Daar waar de oogzenuw de oogbol verlaat, wordt de oogzenuw dikker, namelijk ongeveer 3 mm. Dit komt doordat de zenuwvezels een beschermlaagje (isolatielaagje) om zich heen hebben, de myelineschede genoemd.

De oogzenuw loopt in de oogkas naar achteren en gaat door een opening in de schedelbasis naar de schedel toe.

Vrijwel direct daarna kruist een gedeelte van de zenuwvezels elkaar.

Deze kruising wordt het chiasma opticum genoemd.

In dit kruispunt wordt de helft van de informatie afkomstig van het linker oog naar de linker hersenhelft gestuurd (ongekruiste zenuwvezels) terwijl de andere helft naar de rechter hersenhelft gestuurd wordt (het gekruiste deel). Ditzelfde geldt ook voor het rechter oog.

Elke hersenhelft ontvangt zo halve beelden uit beide ogen.

De Lairessestraat 59   1071 NT   Amsterdam   020-679 71 55   omca@me.com   www.omca.nl