De Lairessestraat 59 1071 NT Amsterdam 020-679 71 55 omca@me.com www.omca.nl
Het gebruik van voedingssupplementen speelt een belangrijke rol in het beloop van maculadegeneratie.
In de Verenigde Staten is in 1992 een start gemaakt met een langlopend en groot onderzoek met betrekking tot dit onderwerp.
In 2001 zijn hiervan de resultaten bekend gemaakt.
Dit onderzoek is uitgevoerd door “NEI” ofwel National Eye Institute, een overheids instelling op het gebied van gezondheid in de Verenigde Staten. In 2006 is er een vervolgstudie opgezet en de resultaten daarvan zijn in 2013 bekend gemaakt.
Hieruit blijkt dat een positief effect is van voedingssupplementen bij macula degeneratie.
De studie heet officieel AREDS . Dat betekent; “Age Related Eye Disease Study” ofwel Ouderdoms gerelateerd oogziekte studie. Er zijn twee studies geweest: AREDS 1 en AREDS 2.
Wat maakt dit onderzoek nou zo belangrijk?
Het betreft hier een heel groot onderzoek met veel deelnemers in diverse ziekenhuizen door heel Amerika. Hoe groter een onderzoeksgroep is, hoe kleiner dat kans dat de uitkomsten “toeval” waren. In AREDS 1 en AREDS 2 zijn in totaal meer dan 10.000 patiënten met MD gevolgd gedurende langere perioden (in Areds2 is dat bijvoorbeeld 5 jaar).
Zo kunnen de onderzoekers een goed beeld krijgen hoe de ziekte verloopt. De uitkomsten van het onderzoek laten zien dat het echt zin heeft om een voedingssupplement te gebruiken.
Echter; het supplement dient wel een aantal ingrediënten te hebben. Het is dus niet “zomaar een multivitamine”. Er is wetenschappelijk aangetoond dat het slikken van 1 of 2 ingrediënten uit de AREDS formules NIET zinvol is. De kracht zit ‘m in de synergie van de formule. Een supplement dat voldoet aan de AREDS 2 studie bevat:
500 mg Vitamine C
400 IE Vitamine E (IE = Internationale Eenheden)
80 mg Zink oxide (later verlaagd naar 25 mg)
2 mg Koper
10 mg Luteine
2 mg Zeaxanthine
Overigens wil dit niet zeggen dat een supplement dat minder stoffen in zich heeft niet werkt. Het is alleen niet bewezen zoals in de AREDS 2 studie wel is gedaan. Via uw oogarts of internet kunt u voedingssupplementen vinden die hieraan wel voldoen.
Let echter wel goed op. Er zijn heel veel producten te koop waar niet alle ingrediënten van AREDS2 inzitten. Er zijn zelfs aanbieders die bijna 800,- euro per jaar rekenen voor producten die nauwelijks ingrediënten uit de AREDS2 studie bevatten. Terwijl nou juist van AREDS2 is aangetoond dat het de MD kan helpen vertragen.
Vier categorieën oorspronkelijke AREDS studie
Afhankelijk van hun stadia van AMD, werden de AREDS-deelnemers in een van de vier categorieën ingedeeld. De enige constante was dat ten minste één oog van elke deelnemer vrij moest zijn van een andere oogziekte die het gezichtsvermogen bedreigde dan AMD of cataract, en dat oog kon geen eerdere operatie hebben ondergaan, behalve bij een cataractoperatie.
In categorie één hadden de deelnemers geen AMD en een paar kleine of geen drusen - kleine gele afzettingen in het netvlies - in beide ogen.
In categorie twee hadden de deelnemers vroege AMD - ofwel meerdere kleine drusen of een paar middelgrote drusen in één of beide ogen.
Deelnemers van categorie drie hadden intermediaire AMD - ofwel veel middelgrote drusen of een of meer grote drusen in één of beide ogen; deze deelnemers liepen een hoog risico op het ontwikkelen van vergevorderde AMD, wat over het algemeen wordt gedefinieerd als ofwel een afbraak van lichtgevoelige cellen en ondersteunend weefsel in het centrale gebied van het netvlies (geavanceerde droge vorm), ofwel abnormale en kwetsbare bloedvaten onder het netvlies ( natte vorm).
Deelnemers van categorie vier hadden al vergevorderde AMD in één oog en hadden in het andere oog een goed zicht zonder tekenen van vergevorderde AMD. Eerdere studies hadden aangetoond dat het oog zonder LMD een hoog risico liep op het ontwikkelen van geavanceerde LMD. De deelnemers in elke categorie werden willekeurig geselecteerd om dagelijks orale tabletten te ontvangen voor een van de vier behandelingen:
zink alleen; 2) antioxidanten alleen; 3) een combinatie van antioxidanten en zink; of 4) een placebo, een onschadelijke stof die eruitziet als de echte behandeling maar geen effect heeft op oogaandoeningen.
De antioxidantformulering bevatte een combinatie van vitamine C, vitamine E en bètacaroteen.
De specifieke dagelijkse hoeveelheden antioxidanten en zink die door de AREDS-onderzoekers werden gebruikt, waren 500 milligram vitamine C; 400 IU vitamine E; 15 milligram beta-caroteen; 80 milligram zink als zinkoxide; en twee milligram koper als koperoxide.
In de planningsfase van de studie heeft een panel van voedingsdeskundigen, oogartsen en biochemici de fundamentele wetenschappelijke en epidemiologische gegevens beoordeeld en deze vitamines en doseringen aanbevolen.
AREDS-wetenschappers ontdekten dat mensen met een hoog risico op het ontwikkelen van geavanceerde LMD - mensen met intermediaire LMD en mensen met vergevorderde LMD in slechts één oog - hun risico op het ontwikkelen van vergevorderde stadia van LMD met ongeveer 25 procent verminderden wanneer ze werden behandeld met de combinatie van “antioxidanten plus zink".
Het supplement "antioxidanten plus zink" verminderde ook het risico op verlies van het centrale gezichtsvermogen met 19 procent in dezelfde groep. Deelnemers met een hoog risico op het ontwikkelen van geavanceerde LMD die werden behandeld met "zink alleen" verminderden hun risico op het ontwikkelen van geavanceerde LMD met ongeveer 21 procent en hun risico op verlies van gezichtsvermogen met ongeveer 11 procent.
Deelnemers die werden behandeld met "antioxidanten alleen" verminderden hun risico op het ontwikkelen van vergevorderde stadia van AMD met ongeveer 17 procent en hun risico op verlies van gezichtsvermogen met ongeveer 10 procent. Het onderzoek was niet bedoeld om het effect van de supplementen te evalueren bij deelnemers aan het onderzoek die aanvankelijk geen LMD hadden (categorie 1).
Dit komt omdat eerdere onderzoeken hadden aangetoond dat mensen van 60 jaar en ouder zonder LMD een zeer laag risico lopen om een duidelijke progressie van LMD te ontwikkelen binnen een periode van zeven jaar (de levensduur van de AREDS klinische studie).
De Age-Related Eye Disease Study bevestigde dit lage risico - deelnemers zonder LMD hadden tijdens het onderzoek minder dan één procent kans om het gezichtsvermogen te verliezen door LMD. Voor die studiedeelnemers die aanvankelijk vroege AMD (categorie twee) hadden, vertraagden de antioxidanten en zink die door de AREDS-onderzoekers werden gebruikt de progressie van de ziekte naar intermediaire AMD niet.
Bijgevolg is er geen duidelijke noodzaak voor degenen bij wie vroege LMD is vastgesteld om de supplementen te gebruiken die in de AREDS worden bestudeerd. Degenen met vroege AMD moeten echter elk jaar een uitgebreid oogonderzoek krijgen om te bepalen of de ziekte vordert.
Amsterdam Eye Hospital
Oogziekenhuis Amsterdam