De Lairessestraat 59 1071 NT Amsterdam 020-679 71 55 omca@me.com www.omca.nl
Staaroperaties worden heel regelmatig uitgevoerd. Meer dan 95% van de operaties verloopt zonder problemen, maar zoals bij elke operatie kunnen er complicaties optreden. Van sommige complicaties zult u weinig of niets merken, van andere complicaties zullen de gevolgen groter zijn. Veel mensen hebben na de operatie last van lichte irritatie aan het oog, een zandkorrel gevoel of een oog dat iets droog aanvoelt. Dit is heel normaal en geen complicatie.
De meest voorkomende complicaties en complicaties met de ernstigste gevolgen zijn:
■Scheur in het achterste kapsel: Bij de staaroperatie kan er een gaatje komen in de achterkant van het lens zakje, het achterste kapsel. Dit kapsel is zeer dun, ongeveer 3,5 - 9 micrometer. Een scheurtje in dit kapsel ontstaat bij ongeveer 2 tot 3,5% van de operaties. Het kan betekenen dat een ander type lens geplaatst moet worden of dat de nieuwe lens op een andere plaats vastgemaakt wordt. Zelden kan niet direct een kunstlens geplaatst worden en is een tweede operatie nodig. Door een scheur in het achterste kapsel kan een lensstukje achter in het oog vallen. De kans hierop is zeer laag, ongeveer 0,1 – 0,2%. Ook dan is een tweede operatie nodig om dit lensstukje te verwijderen.
■Endophthalmitis: Dit is een ernstige, bacteriële ontsteking van het oog, die optreedt in de periode kort na de operatie. Het komt voor bij 0,05% tot 0.3% van de patiënten. In het LUMC krijgt iedere patiënt aan het eind van de staaroperatie een antibioticum toegediend in het oog. Dit vermindert sterk de kans op het krijgen van een ontsteking. Verschijnselen van een ontsteking kunnen zijn: roodheid, pijn in het oog, wazig zien en/of pusachtige afscheiding. Er kan ook aanhoudende pijn optreden in de wenkbrauwstreek. Bij deze verschijnselen moet u direct contact opnemen met het ziekenhuis.
■Bij ongeveer 20% van de patiënten wordt na een staaroperatie een beetje vocht in de gele vlek (macula oedeem) gevonden. Meestal geeft dit geen klachten, maar ongeveer 2% heeft klachten van verminderd zicht. Behandeling is mogelijk met druppels en/of tabletten, waarna het zicht zich vrijwel altijd herstelt.
■Tijdens de operatie kan een bloeding ontstaan in het achterste vaatvlies. Dit heet een subchoroidale bloeding en is een van de ernstigste complicaties die op kan treden. De kans hierop is echter zeer klein, slechts 0,03 tot 0,13%.
■Nog jaren na een staaroperatie bestaat de kans op het krijgen van een netvliesloslating. Dit gebeurt bij ongeveer 0,4% tot 3,6% van de patiënten. Wanneer u flitsen gaat zien of plotseling een stuk in het gezichtsveld mist, adviseren we u direct contact op te nemen met uw huis- of oogarts.
■Na verloop van tijd kan het achtergebleven lenskapsel troebel worden, waardoor u weer waziger gaat zien. Dit heet nastaar en wordt bij ongeveer 26% van de patiënten binnen 3 jaar gevonden. Nastaar kan vrij eenvoudig verholpen worden met een laserbehandeling op de polikliniek.
Amsterdam Eye Hospital
Oogziekenhuis Amsterdam