In 1976 werd de eerste zuurstofdoorlatende harde lens toegespast.
De allernieuwste lens is de zeer hoog zuurstofdoorlatende harde lens. Deze lens wordt voornamelijk gebruikt bij ogen die om medische redenen met contactlenzen moeten worden gecorrigeerd en waarbij de lenzen dag en nacht gedragen moeten worden. Het gaat hier om mensen die niet zelf hun lenzen kunnen inzetten of uitnemen.
De harde zuurstofdoorlatende lens heeft een aantal belangrijke voordelen:
* Het is veilig voor de ogen, mede door de zuurstofdoorlaatbaarheid
* Ze zijn gemakkelijk en goedkoop in onderhoud
* Ze zijn goedkoop in aanschaf en hebben een lange levensduur
* Alle oogcorrecties zijn mogelijk
* De meeste harde zuurstofdoorlatende lenzen hebben een UV-filter
Er zijn ook enkele nadelen te geven van de harde zuurstofdoorlatende lens:
* Er is een langere gewenningsperiode nodig dan bij zachte lenzen
* Gevoelig voor stofjes onder de lens
* De lens is minder geschikt bij sport
De Lairessestraat 59 1071 NT Amsterdam 020-679 71 55 omca@me.com www.omca.nl
Gebruikersadviezen voor harde contactlenzen
Een dagelijkse schoonmaakbeurt is noodzakelijk om uw lenzen zo lang mogelijk in conditie te houden en om infecties van het oog te voorkomen. Zorg vanaf de eerste dag dat het verzorgen van de lenzen tot een routine gaat behoren, zoals bijvoorbeeld tanden poetsen.
Als u de lenzen inzet
Was eerst uw handen
Spoel de lens af met water
Doe de lenzen in met een druppel inzetvloeistof
Als u de lenzen uitdoet
Was eerst uw handen
Doe een beetje reinigingsvloeistof in de handpalm
Leg de lens daarin en wrijf deze gedurende 30 seconden met een vinger aan beide zijden schoon
Spoel losgewreven vuildeeltjes weg met de lensvloeistof. Bewaar de lenzen in de lenshouder, gevuld met bewaarvloeistof
Ververs de bewaarvloeistof elke dag
Als u de lenzen gedurende een langere tijd niet draagt, bewaar ze dan in de vloeistof en ververs die regelmatig. Maak de lenshouder iedere week met warm water schoon.
Dagelijkse verzorging
Uw contactlenzen zijn gemaakt van kwetsbaar materiaal. Om er zo lang mogelijk plezier van te hebben, zult u dus de nodige voorzichtigheid in acht moeten nemen. Let daarbij in het bijzonder op de volgende punten:
Behandel de lens voorzichtig In het oog zijn de lenzen in principe onbreekbaar, maar buiten het oog moet er voorzichtig mee omgegaan worden. Wanneer de lens mocht vallen, pak het met een vochtige vinger of een zuigertje op, maar verschuif het nooit over een harde onderlaag.
Reinig de lens in de palm van uw hand. Dit verdient de voorkeur boven het tussen duim en wijsvinger te reinigen. De lens niet bij de rand vasthouden en zo min mogelijk druk uitoefenen tijdens het reinigen. Neem de lens nooit tussen de vingernagels.
Verzorg de lenzen volgens de door uw contactlensspecialist aanbevolen reinigings- en bewaarmethode.
Pas op met make-up en haarlak.
De lens kan niet achter het oog verschuiven. Een lens kan onmogelijk achter het oog verdwijnen, omdat de oogleden aan het witte gedeelte van het oog vastzitten. Wel kan een lens door allerlei oorzaken (wrijven, huilen, etc.) verschuiven en soms onder of boven de oogleden verdwijnen. De lens kan echter altijd gemakkelijk teruggevonden worden.
Wrijf niet in het oog wanneer er een vuiltje in komt. Haal de lens uit het oog en maak de lens schoon met de schoonmaakvloeistof. Is er daarna nog een lichte pijn, laat dan de lens een paar uur uit het oog.
Bij ziekte, zwangerschap en medicijngebruik kunnen de lenzen tijdelijk wat minder prettig zitten.
De harde lens is niet bedoeld om mee te slapen. Mocht u om de een of andere reden toch met de lenzen in slaap vallen, let dan na het ontwaken goed op of de lenzen nog bewegen op het oog tijdens het knipperen. Is dit het geval dan kunnen de lenzen uitgehaald worden. Zo niet, dan is het noodzakelijk eerst een paar druppels inzetvloeistof in het oog te druppelen. De lens zal dan weer voldoende beweeglijk worden en is na ca. 10 minuten gemakkelijk uit te nemen. Geef uw ogen een dag rust.
Waarschuw de (oog)arts dat u contactlenzen draagt. Wanneer door uw (oog)arts oogdruppels worden voorgeschreven of u moet een oogbehandeling ondergaan, waarschuw dan vooraf dat u lenzen draagt.
Het is beter niet te zwemmen en te douchen met de contactlenzen.
Reinig de lenshouder regelmatig met warm water.
Omgaan met contactlenzen
Gewone verschijnselen
Tijdens de gewenningsperiode is het beter uw ogen niet te veel in te spannen. Verder kan het zijn dat u in het begin dichtbij niet helemaal scherp ziet. Dat komt door de grote hoeveelheid traanvocht. Houd toch uw ogen goed open en knipper regelmatig om de lenzen in beweging te houden.
Ongewone verschijnselen
Ieder oog reageert anders op contactlenzen. In de meeste gevallen hoeft u zich ook geen zorgen te maken wanneer u uw lenzen enigszins voelt. In de gewenningsperiode is dat normaal. Alleen wanneer onderstaande irritaties optreden, moet u onmiddellijk contact met uw contactlensspecialist opnemen. Ook na de gewenningsperiode.
Voortdurend zeer rode ogen tijdens het dragen van de lenzen
Langdurig wazig zicht met de lenzen op uw ogen
Overmatig droog gevoel
Pijn na het uitnemen van de lenzen
Aanhoudende pijn na het inzetten, of tijdens het dragen
Plotseling aanhoudende veranderingen in gezichtsscherpte
Verschijnselen tijdens de gewenningsperiode
Inzetten
Hygiëne is belangrijk! Was u handen zorgvuldig en spoel zeep goed weg. Leg dan een spiegeltje op tafel. Begin steeds in een bepaalde volgorde, bijvoorbeeld eerst met het rechteroog en de rechterlens en dan met het linkeroog en de linkerlens.
U neemt de rechterlens uit de lenshouder, maakt hem schoon en spoelt hem af met water. De linkerlens blijft nog in de lenshouder. Zo voorkomt u verwisseling.
Uitnemen
De lenzen kunt u op verschillende manieren uitnemen.
Methode A:
Methode B:
Plaats een middelvinger op het onderste ooglid en een vinger van de andere hand op het bovenste ooglid. Met de vingers goed op de randen drukken, zodat de rand van het ooglid achter de lens komt. Door goed de vingers naar elkaar toe te drukken wipt de lens eruit.
In overleg met uw contactlensspecialist of assistente kiest u voor een bepaalde methode. Bij het uitnemen is het altijd belangrijk dat de lens goed op zijn plaats zit en uw handen schoon zijn. Voorkom dat de lens op de grond valt door boven een tafel te werken.
Het centreren
Wanneer u de rechterlens heeft ingezet en u ziet onscherp, is de lens waarschijnlijk naar de zijkant van het oog verschoven, of onder het ooglid terechtgekomen. Dit kan overigens ook gebeuren tijdens het dragen, als u in de ogen wrijft of als u de ogen op een bepaalde manier verdraait. Ook bij het uitnemen kan het voorkomen dat u een lens kwijt bent. Niet schrikken, want een lens kan nooit achter het oog verdwijnen!
Zoek eerst de lens op met behulp van een spiegel, of door met een vinger voorzichtig het gesloten ooglid af te tasten. Als u de lens heeft gevonden, kijkt u in de tegenovergestelde richting en schuift over het ooglid de lens naar het midden en draait het oog langzaam weer bij. Zit de lens in de ooghoek bij de neus, dan trekt u de oogleden wijd uit elkaar en kijkt naar de neus. De lens glijdt dan vanzelf weer op zijn plaats.
Amsterdam Eye Hospital
Oogziekenhuis Amsterdam