Iedere ingreep brengt een klein risico met zich mee. Onder normale omstandigheden zijn bij een laserbehandeling van het oog geen specifieke complicaties te verwachten.

Na een floaterlaser behandeling is er een licht verhoogd risico op het krijgen van een netvliesloslating. Deze kans is meestal niet groter dan ongeveer 1 op 100 behandelingen. Bij patiënten met bepaalde netvliesaandoeningen kan de kans hoger zijn. De complicatie treedt zelden direct na de behandeling op doch meestal na enige weken of maanden.

Een andere complicatie die kan optreden is het onstaan van irritatie van de gele vlek, de macula lutea. Dit wordt CME genoemd,  Cystoïd Macula Oedeem. Indien dit optreedt daalt de gezichtsscherpte na een aanvankelijke verbetering weer.

Om het optreden van deze complicatie te voorkomen wordt in het OMC Amsterdam drie dagen tevoren gestart met Dicloabak oogdruppels en deze worden nog een week na de behandeling voortgezet.

Uit Amerikaanse studies blijkt dat hierdoor een aanzienlijk lager risico op CME kan worden bereikt. Niet alle oogheelkundige centra geven Dicloabak (of een soortgelijke oogdruppel) preventief.

Als u lichtflitsen waarneemt (als bliksemflitsen of vonkjes) of als u merkt dat er abnormaal veel fijne draadjes of vlekjes in uw beeld rondzweven, dan dient u contact op te nemen met uw oogarts. Dergelijke verschijnselen kunnen soms duiden op een beginnende netvliesloslating.

 

De Lairessestraat 59   1071 NT   Amsterdam   020-679 71 55   omca@me.com   www.omca.nl