Verworven kleurenzienstoornissen

Deze vorm van kleurenzienstoornis komt minder vaak voor: de kleuren worden anders of minder intens waargenomen. Het kan soms voorkomen bij:

- specifieke netvlies-aandoeningen, bijv. de "cone [kegeltjes] dystrofie" of "cone-rod [kegeltjes-staafjes] dystrofie.

- bepaalde oogzenuwafwijkingen, zoals neuritis optica

  1. -bepaalde medicijnen, zoals chloroquine of hydroxychloroquine (plaquenil, bij hoge dosis)

Monochromasie (1 kleurenzien)

Bij monochromaten is er géén of slechts 1 type kegeltje aanwezig. Blindheid voor alle kleuren is extreem zeldzaam (staafjes monochromaat genoemd). Deze echte kleurenblinde heeft dus helemaal geen kegeltjes en ziet alleen maar in zwart-wit en grijstinten, zoals we vroeger op een zwart-wit TV zagen. Een echte kleurenblinde ziet ook veel minder goed bij daglicht en is lichtschuw, omdat hij evenals een nachtdier alleen met de staafjes kijkt.

Protanopen of "rood-blindheid"

Deuteranopen  of "groen-blindheid"

Tritanopen of "blauwgeel-blindheid"

Staafjes monochromaat

Kleurenzien-zwakte

Een gezond persoon kan alle 3 de kleuren even goed waarnemen. Dit is de normale situatie en wordt de "normale trichromaat” genoemd.

Soms is een persoon weliswaar een trichromaat (kan alle kleuren waarnemen), maar is de gevoeligheid van bepaalde kegeltjes verminderd.  Dit wordt een "anomale trichromasie", ofwel een verzwakt kleurenzien genoemd.

Men heeft dan bijvoorbeeld meer rood nodig dan normaal (verminderde gevoeligheid voor rood ofwel protanomalie genoemd) of meer groen nodig dan normaal (verminderde gevoeligheid voor groen, ofwel deuteranomalie genoemd) of meer blauw nodig dan normaal (verminderde gevoeligheid voor blauw waarbij de kleuren blauw en groen worden verwisseld, ofwel tritanomalie genoemd).

Dichromasie (2 kleurenzien)

Bij dichromaten (2 kleurenzien) kan men ook een onderverdeling maken in het ontbreken van rode kegeltjes (protanopen of "rood-blindheid"), groene kegeltjes (deuteranopen  of "groen-blindheid" genoemd) of blauwe kegeltjes (tritanopen of "blauwgeel-blindheid" genoemd).

Trichromaat - normaal kleurenzien

Kleurenzienstoornissen kunnen onderverdeeld worden in a) aangeboren of b) verworven (op latere leeftijd ontstane) kleurenzienstoornissen. De aangeboren vorm is vanaf de geboorte aanwezig en is vrijwel altijd een "rood-groen" stoornis. De verworven vorm ontstaat later door bijvoorbeeld een oogzenuw- of netvlies-aandoening en is vaker een "blauw-geel" stoornis.

Aangeboren kleurenzienstoornissen

Een persoon met normaal kleurenzien is in staat alle kleuren te onderscheiden vanuit de 3 primaire kleuren met behulp van de 3 soorten kegeltjes van het netvlies. Het normale zien heet daarom trichromasie (3 kleurenzien). Als de gevoeligheid van één van de kleuren afwezig is, spreekt men van dichromasie (2 kleurenzien) en als die voor 2 kleuren ontbreekt, spreekt men van monochromasie (1 kleurenzien). De aangeboren kleurzienstoornis komt voor bij 8% van de mannen en 0.5% van de vrouwen.

Indeling van  aangeboren kleurenzienstoornissen

Trichromasie (3 kleurenzien)

De Lairessestraat 59   1071 NT   Amsterdam   020-679 71 55   omca@me.com   www.omca.nl