Dit is een gat in het netvlies waardoor een vlek in het gezichtsveld ontstaat of vervorming van het beeld optreedt. Het maculagat is operatief te herstellen.

Het maculagat komt voor bij drie op de 1000 personen in de leeftijdsgroep ouder dan 50 jaar.  Meestal zijn de patiënten 60 jaar of ouder. Ongeveer 70% is vrouw. In twee procent van de gevallen komt het in beide ogen voor. Het maculagat is, voor zover wij weten, niet erfelijk.

Het oog heeft de vorm van een bal. Het voorste gedeelte bestaat uit het hoornvlies (het transparante gedeelte), de lens en de iris (het gekleurde gedeelte) en heeft als doel het beeld scherp te stellen op de achterkant van het oog, het netvlies.

Het oog is te vergelijken met een camera, waar via de lens het licht wordt scherpgesteld op de film. Het netvlies van het oog kan vergeleken worden met de film. Het beeld dat op het netvlies valt, gaat via de oogzenuw naar de hersenen waar het een plaatje wordt, dat wij uiteindelijk 'zien'.

De ruimte achter de lens en voor het netvlies, is gevuld met een gelachtige substantie, het 'glasvocht'. 

In de jonge jaren heeft het glasvocht een heldere consistentie. Bij het ouder worden verandert het centrale deel van het glasvocht in water, het krimpt, beweegt naar voren en wordt iets troebel.

Als het glasvocht krimpt laat het los van het netvlies, meestal zonder ernstige gevolgen. U gaat wat troebel zien, maar echte schade ontstaat er niet. Soms zit het glasvocht stevig vast aan het netvlies. Als het dan krimpt kan er een scheur of gat in het netvlies ontstaan en het netvlies kan loslaten van de onderliggende laag.

Het beeld dat gevormd wordt door het netvlies is het scherpst in het centrale deel. Hier bevindt zich de 'gele vlek' (macula lutea), die zorgt voor de zeer scherpe beelden die nodig zijn om te lezen, televisie te kijken enzovoort.

Er kan door netvliesbeschadiging een gat in deze gele vlek ontstaan, we noemen dit een maculagat. Het waterige gedeelte van het glasvocht kan via het gaatje een netvliesloslating veroorzaken.

Dit geeft een zwarte vlek in het centrale zien met een verminderd zicht en vervorming van het beeld. Deze diagnose wordt gesteld door de oogarts.

Het maculagat komt voor bij drie op de 1000 personen in de leeftijdsgroep ouder dan 50 jaar.  Meestal zijn de patiënten 60 jaar of ouder. Ongeveer 70% is vrouw. In twee procent van de gevallen komt het in beide ogen voor. Het maculagat is, voor zover wij weten, niet erfelijk.

Na een operatie is de kans op verbeteringen van het zien tussen de 50-100%. Dit kan bijvoorbeeld net het verschil zijn tussen het wel of niet kunnen lezen van grote letters in de krant.

Het beste operatieresultaat wordt verkregen als het maculagat klein is of niet langer dan enkele maanden bestaat. Als het gat een jaar bestaat kan een operatie toch zinvol zijn.