Dat gezegd hebbende, zelfs grote universitaire klinieken misten vaak een tonometer en de spanning van het oog werd meestal gemeten door er een vinger op te drukken, met alle risico's van infectie als gevolg.
Applanatietonometers
Professor Hjalmar Schiøtz, de eerste directeur van de oogafdeling van het Rikshospitalet, Oslo, ontwierp vanaf 1897 zijn applanatietonometer, oorspronkelijk voor gebruik tegen de sclera van het oog, in 1905. Gedurende de volgende halve eeuw werd de Schiøtz algemeen aanvaard als een betrouwbare middel om IOP te meten en werd de eerste tonometer die massale verkoop bereikte. Er zijn ook verschillende vervalsingen op de markt.
A.Von Graefe 1828-1870
De Lairessestraat 59 1071 NT Amsterdam 020-679 71 55 omca@me.com www.omca.nl
In 1862 was Von Graefe, een professor in Berlijn, de eerste die een tonometer voor inkepingen ontwierp om de druk van de oogbal van een zittende patiënt te testen en deze op een schaal af te lezen.
Ernst Pflüger was een oogarts in Bern wiens klinische werk zich in de jaren 1880 concentreerde op glaucoom. De incidentie van glaucoomspecialisten is een opmerkelijke ontwikkeling. Pflügers proefschrift uit 1871 had al betrekking op tonometrie, waarvan kan worden aangenomen dat het zichzelf heeft bewezen als een primaire techniek.
Schiøtz vervaardigde de instrumenten persoonlijk en vanaf de jaren 1920 bood hij een aantal jaren een kalibratiedienst aan in Noorwegen voordat hij verschillende bedrijven, waaronder Weiss & Co en Theodore Hamblin Ltd, een licentie gaf om het te produceren. Ten tijde van de introductie had het het voordeel dat de druk van de vingers om het instrument stabiel te houden vrijwel nihil was.
Het werd enigszins gewijzigd in 1924 toen een ongewogen versie, de X-tonometer, werd geïntroduceerd. Een voorbeeld in het BOA-museum, voorheen gebruikt door het London Refraction Hospital, heeft ondersteunende documentatie uit 1956 om aan te tonen dat het werd getest door de WHRoss Foundation en het Tonometer Testing Station van de Faculteit der Oogartsen in Edinburgh en bleek te voldoen aan de International Standard for Tonometry aanvaard door de International Council of Ophthalmologists in juni 1953.
De Schiøtz werd nog steeds aangeboden als een ‘traditioneel’ instrument (met een keuze uit een rechte of schuine schaal) in Keeler-catalogi van de jaren 80, maar wordt nu zelden gebruikt in de ontwikkelde wereld.
Voordat de procedure kon beginnen, moest de voetplaat worden gesteriliseerd met absolute alcohol of door verwarming. De arts moest vervolgens wachten tot verdamping of afkoeling optrad. De patiënt moest in rugligging worden gelegd, zonder kussen, en een cornea-anesthesie ondergaan (met xylocaïne).
Het aanbrengen van een antibiotische zalf was nodig nadat de procedure was voltooid.
Afdruktonometers kunnen alleen een relatieve meting registreren en er kunnen verschillende onvermijdelijke fouten optreden als gevolg van samentrekking van de extraoculaire spieren of een oog met een bijzonder stijve buitencoating. Accommodatie (waardoor de IOP daalde) was ook een probleem, omdat de patiënt op een natuurlijke manier zou proberen zich te concentreren op het instrument dat recht op zijn oog afkomt.
Amsterdam
Amsterdam Eye Hospital
Oogziekenhuis Amsterdam