In het OMCA zijn alle Oogheelkundig Assistenten artsen in opleiding en daarmee op hoog - medisch academisch - niveau geschoold.

Zij verrichten zelfstandig oogheelkundige onderzoeken zoals refractieonderzoek, gezichtsveld-onderzoek (GVO en FDT), GDxVCC glaucoomonderzoek en Sirius corneatopografie.

Daarbij wordt gewerkt met geavanceerd oogheelkundig onderzoeksinstrumentarium, met ICT-apparatuur en met een elektronisch patiëntendossier.

In alle andere klinieken in Nederland wordt dit soort onderzoeken door een - niet medisch academisch geschoolde - Technisch Oogheelkundig Assistent (TOA) verricht.

Tevens assisteren onze Oogheelkundig Assistenten op de operatiekamer en dienen oogdruppels toe.

Onze Oogheelkundig Assistenten houden niet zelfstandig oogheelkundige spreekuren. Bij veel andere oogheelkundige centra worden oogheelkundige spreekuren uitgevoerd door een basisarts of optometrist.

De oogheelkundige spreekuren van OMCA worden altijd door een oogarts verricht, nooit door een niet-medisch specialist. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar is het helaas vaak niet meer.

Als de oogarts bij het onderzoek een afwijking in het achterste deel van uw ogen vermoedt, kan een fluorescentie-angiografie (FAG) worden gedaan.

Indien de bloedvaten een afwijking vertonen, dan kan de kleurstof door de vaatwand heen lekken of zich ophopen in de afwijkende bloedvaten. De kleurstof maakt de afwijkingen veel beter zichtbaar. De Oogheelkundig Assistent werkt bij dit onderzoek samen met de oogarts, de anesthesist (die de injectie met kleurstof toedient) en een medisch fotograaf.

 

Tessa Slagboom

Shanne Rood

Jason Brunt

Marlies Verhoef

Sander Hoorntje

Eva Berkeveld

Tom van Dam

Tess van Gestel

Kinou Kanbier

Dominique Mulders

Donna Witte

Laura Wolfhagen

Sem Scholten

Artsen in opleiding UVA en VUMC

Anouk Prein

De Lairessestraat 59   1071 NT   Amsterdam   020-679 71 55   omca@me.com   www.omca.nl

De opleiding tot arts

Rosanne Kampinga

Dominique de Vries

Maxime Velzeboer

Wing-Yi Wong

Evelie Strobel

“Ik stel het belang van de patiënt altijd boven alles en eerbiedig zijn

of  haar opvattingen. Ik zal aan de patiënt geen schade doen.”

De studie geneeskunde is de langst durende opleiding van Nederland. De studie is ook erg intensief. Geneeskunde studenten zijn het grootste deel van de week bezig met studeren, leeropdrachten, practica en colleges. Hoe lang het duurt voordat de opleiding is voltooid hangt af van de specialisatie die wordt gekozen.

Fases in de opleiding tot arts

De opleiding bestaat uit de volgende onderdelen:

1. Bachelor

Een 3-jarige bacheloropleiding. Hierbij staat met name de basistheorie centraal, het gaat hierbij met name om kennis over de functie van het lichaam en welke ziektes er zijn. Er is regelmatig contact met patiënten, onder andere in colleges.

2. Master

Hierop volgt een 3-jarige masteropleiding. Deze gaat in op de toepassing van de kennis in de praktijk.

Er is meer contact met patiënten. Aan het einde van de masteropleiding volgen de "co-schappen". Deze bestaan uit praktijkstages in ziekenhuizen en in huisartspraktijken, maar bijvoorbeeld ook binnen de sociale geneeskunde met onder andere verzekeringsgeneeskunde, bedrijfsgeneeskunde en jeugdgeneeskunde. Het laatste co-schap kan worden gedaan in een vakgebied naar wens.

Na het afronden van de masteropleiding is de geneeskunde student basisarts geworden.

3. Specialisatie

Hierna volgt een specialisatie van drie jaar (huisarts) , vier jaar (internist), vijf jaar (oogarts) of zes jaar (chirurg).

De opleiding tot oogarts duurt dus minimaal 11 jaar.

Na het artsexamen volgt een specialistische opleiding tot oogarts. Deze duurt vijf jaar. Tijdens de opleiding verdiept de aankomend oogarts zich als AIOS in de basisvakken, zoals fysiologie, pathologie en biochemie van het oog, en in de optica.

Tenminste twaalf maanden worden doorgebracht op de polikliniek. Een gedeelte van de opleiding mag worden gevolgd als veldwerker voor de Algemene Nederlandse Vereniging ter voorkoming van Blindheid. Er dient tenminste eenmaal een voordracht te worden houden of een wetenschappelijk artikel te worden gepubliceerd.

In ons land worden jaarlijks 44 opleidingsplaatsen beschikbaar gesteld. De opleiding kan worden gevolgd in een van de – door de MSRC – erkende opleidingsinrichtingen.