Veel mensen nemen bewegende troebelingen waar in het gezichtsveld. Niet altijd vallen deze troebelingen op. Tegen een lichte achtergrond zijn de vlekjes vaak duidelijker.
Het glasvocht (ook wel glasachtig lichaam genoemd) is een gelei die het grootste gedeelte van het oog opvult.
Het bevindt zich achter de ooglens.
Normaal glasvocht laat lichtstralen ongehinderd door naar het netvlies. Wanneer zich troebelingen (“floaters”) voordoen in het glasvocht, geven die een schaduw op het netvlies. Dit kan in allerlei vormen worden waargenomen: puntjes, cirkels, spinnenwebben.
Bij een achterste glasvochtloslating kunnen vlekjes vaak duidelijker zichtbaar worden en soms nemen ze in aantal toe.
Er kan zelfs een vrij grote zwevende vlek of een waas ontstaan.
Als een achterste glasvochtloslating optreedt, kan het glasvochtmembraan (op plaatsen waar het steviger aan het netvlies vastzit) aan het netvlies gaan trekken.
Dit gaat meestal gepaard met het zien van lichtflitsen, vooral 's avonds of in een donkere omgeving. Zo'n lichtflits wordt vaak omschreven als een kortdurende bliksemschicht aan de zijkant van het beeld.
Afhankelijk van de hoeveelheid en de plaats van de troebelingen in het glasvocht kan een achterste glasvochtloslating leiden tot een verminderd zicht, vooral wanneer de troebelingen zich voor 'de gele vlek' bevinden.
Omdat de troebelingen zweven en daardoor verplaatsen in de glasvochtruimte, zal het zicht wisselend zijn.
Indien u plotseling meer zwevende vlekjes, een grotere vlek, of een waas ziet, lichtflitsen waarneemt of last krijgt van verminderd zicht, dient u contact op te nemen met een oogarts.
Netvliesloslating
Het plotseling optreden van floaters en lichtflitsen is geen onschuldig verschijnsel.
Het kan wijzen op het onstaan van een scheur in het netvlies.
Vroege opsporing van een netvliesscheur is heel belangrijk om blindheid te voorkomen. Het is dan ook belangrijk om bij dit soort klachten altijd op korte termijn naar een oogarts te gaan voor een netvliesonderzoek.
Floaters en lichtflitsen kunnen wijzen op een netvliesscheur
Troebelingen die in het gezichtsveld bewegen
Een achterste glasvochtloslating is een normaal proces
In het oog is de gehele ruimte tussen de lens en het netvlies gevuld met glasvocht. Met het ouder worden verandert de samenstelling van het glasvocht geleidelijk, waardoor het op een gegeven moment los kan komen van het netvlies.
Dit wordt een achterste glasvochtloslating genoemd.
Dit is een normaal proces dat plotseling optreedt, maar soms kan hierbij een bloeding in het glasvocht of een scheur in het netvlies ontstaan.
Glasvochtloslating - onstaan van netvliesscheur
Scheur in het netvlies
Wanneer het glasvocht krimpt en loslaat van het netvlies kan er in sommige gevallen een gaatje of scheur in het netvlies ontstaan.
Hierbij kan soms een bloeding ontstaan, die waarneembaar is als kleine vlekjes in het gezichtsveld.
Een gaatje of scheur in het netvlies kan soms het begin zijn van een netvliesloslating.
Het loslaten van het glasvocht gaat soms gepaard met lichtflitsen (het lijkt of een TL-lamp aan- en uitgaat). Ook dit gaat meestal vanzelf weer over. Als de lichtflitsen aanhouden en gepaard gaan met veel zwarte vlekjes dan is verder onderzoek noodzakelijk.
Na een cosmetische ooglaserbehandeling, met name de LASIK, treedt vaak een glasvochtloslating op, soms gevolgd door een netvliesloslating (0.36% van de gevallen) of een maculagat (0.2-0.3%).
Lichtsensaties die zich als gekartelde lijnen uitbreiden, meestal in beide ogen tegelijk, en die 10 à 20 minuten duren, worden meestal door (oog-)migraine veroorzaakt. Dit is met name waarschijnlijk als deze lichtsensaties gevolgd worden door hoofdpijn.
De oogarts zal in het oog kijken om het netvlies te beoordelen. Hiervoor is het nodig dat de pupil eerst zo wijd mogelijk wordt gemaakt met behulp van oogdruppels.
Om het netvlies te beoordelen kan de oogarts gebruik maken van verschillende lenzen die voor of tegen het oog worden gehouden.
Soms kan het netvlies niet goed worden beoordeeld door bijvoorbeeld een bloeding in het glasvocht of een troebele lens (staar). Met behulp van echo-apparatuur kan dan worden vastgesteld of het netvlies los heeft gelaten. Dit onderzoek is pijnloos en ongevaarlijk.
Bij een achterste glasvochtloslating is behandeling niet nodig en ook niet mogelijk. De zwevende vlekjes zullen in de loop van de tijd minder hinderlijk worden, maar verdwijnen meestal niet helemaal. De lichtflitsen houden meestal vanzelf op als het glasvocht niet meer aan het netvlies trekt. Als er verder geen netvliesproblemen zijn gevonden zal een verminderd zicht vaak langzaam weer verbeteren.
Bij een inwendige ontsteking van het oog (uveïtis) zal behandeling noodzakelijk zijn.
Bij suikerziekte kan een laserbehandeling nodig zijn, meestal gecombineerd met intra-oculaire anti-VEGF injecties.
Wanneer een gaatje in het netvlies is ontstaan zal een laserbehandeling nodig zijn om een netvliesloslating te voorkomen.
Oogheelkundig onderzoek en behandeling
Andere oorzaken voor glasvochtroebelingen
Glasvochttroebelingen kunnen meerdere oorzaken hebben.
De meest voorkomende oorzaak is veroudering.
Er ontstaan verdichtingen in het glasvocht. Bijziende mensen hebben hiervoor meer aanleg.
Hoewel deze glasvochttroebelingen hinderlijk kunnen zijn, betreft het een onschuldige aandoening.
Wanneer de troebelingen gepaard gaan met lichtflitsen, dan kan dit het begin van een netvliesprobleem zijn. Oogheelkundig onderzoek is dan nodig.
Ook bij een ontsteking in het oog (uveïtis) kunnen bewegende vlekjes worden gezien.
Bij suikerziekte kan bloed in het glasvocht terechtkomen, wat er eveneens voor zorgt dat er vlekjes worden waargenomen. Dit kan plotseling gebeuren.
In de loop van de tijd worden de troebelingen vaak kleiner en geven ze steeds minder hinder.
Laserbehandeling
Gaatjes of scheurtjes in het netvlies kunnen leiden tot een netvliesloslating (ablatio retinae).
Als er een gaatje in het netvlies zit zonder dat sprake is van verdere netvliesloslating kan uitbreiding worden voorkomen door middel van behandeling met de Diodelaser.
Het doel hiervan is te voorkomen dat het netvlies van de onderliggende lagen wordt losgetrokken.
Beelden netvliesloslating
Mensen van middelbare leeftijd en ouderen nemen soms plotseling donkere zwevende deeltjes waar (mouches volantes) en lichtflitsen. Deze verschijnselen kunnen duiden op verandering van het glasvocht.
Om te zien of glasvocht en netvlies in orde zijn dient er een onderzoek door de oogarts plaats te vinden.
Soms begint een netvliesloslating zonder dat vlekjes en flitsen worden waargenomen, maar is er sprake van gezichtsvelduitval.
Zolang het centrale deel van het netvlies niet heeft losgelaten, is de gezichtsscherpte in het algemeen nog goed. Het komt ook voor dat een netvliesloslating begint met een plotseling verlies van het gezichtsvermogen door een bloeding in het glasvocht.
Onderzoek
Aan de buitenkant van het oog is niet te zien of er sprake is van een netvliesloslating.
Bij de hierboven genoemde verschijnselen is het raadzaam de huisarts te raadplegen. Deze zal zorgen voor doorverwijzing naar de oogarts.
De oogarts zal met behulp van druppels de pupil verwijden om zo het netvlies goed te kunnen bekijken.
In geval van een glasvochtbloeding kan met echo-apparatuur worden vastgesteld of het netvlies van zijn plaats is gekomen. Deze onderzoeken zijn pijnloos en ongevaarlijk.
Operatie van netvliesloslating
Soms kan het nodig zijn om het glasvocht weg te halen
Wanneer er wel vocht onder het netvlies gekomen is kan er geen verlittekening tot stand worden gebracht door de laser, omdat dit vocht het verkleven van het netvlies met de diepere lagen onmogelijk maakt.
Er wordt dan vaak een bandje (cerclage) rond het oog aangebracht.
Soms wordt in het oog geprikt (punctie) om vocht te laten aflopen. Het netvliesgat wordt, om een goede verkleving van het netvlies met de onderlaag tot stand te brengen, tijdens of na de operatie behandeld met een koudeapplicatie (cryocoagulatie) of met een laser. Verder wordt het gaatje dichtgedrukt met een stukje siliconenmateriaal.
Na de operatie wordt soms gas in het oog achtergelaten om het netvlies op zijn plaats te houden. Dit gas lost geleidelijk op. Tot die tijd mogen er geen grote drukschommelingen zijn omdat het gas kan uitzetten.
U kunt dus niet vliegen of duiken. In sommige gevallen kan het inbrengen van gas, aangevuld met cryocoagulatie of laseren van het netvliesgaatje, afdoende zijn.
Na de operatie
Dit glasvocht kan namelijk vastzitten aan het netvlies en het daardoor lostrekken van de onderliggende lagen.
Een operatie waarbij het glasvocht wordt weggehaald noemen we een vitrectomie.
Het kan nodig zijn met behulp van gas, siliconenolie of andere middelen het netvlies stevig op zijn plaats te drukken.
Soms is het nodig om enkele dagen na de operatie een bepaalde hoofdhouding aan te houden. Zoals hierboven vermeld, wordt vliegen en duiken afgeraden zolang het gasmengsel in het oog aanwezig is.
Anaesthesie
Afhankelijk van de conditie van de patiënt, de aard van de operatie en de voorkeur van de chirurg kan de operatie onder algehele of plaatselijke verdoving worden uitgevoerd.
Resultaat
In 90% van de gevallen lukt het om het netvlies na een of meer operaties weer aanliggend te krijgen.
Het uiteindelijke gezichtsvermogen is afhankelijk van het soort netvliesloslating. Wanneer het niet lukt het netvlies op zijn plaats te krijgen, wordt het oog geleidelijk aan blind.
Na de operatie zal men enige tijd oogmedicijnen moeten gebruiken en soms moet de sterkte van de bril of contactlens worden veranderd.
De Lairessestraat 59 1071 NT Amsterdam 020-679 71 55 omca@me.com www.omca.nl
Operatietechnieken
...kunnen symptomen van een dreigende netvliesloslating zijn...
Aandoeningen van het netvlies (retina) en corpus vitreum (glaslichaam)
Operatie door middel van de laserstraal
Wanneer de gaatjes niet te groot zijn en het netvlies nog niet of nauwelijks is losgelaten, dan kan de laser worden gebruikt om rondom de gaatjes littekens (“laspuntjes”) te maken.
Deze littekens hechten het netvlies vast aan de onderliggende lagen. De gaatjes kunnen dan niet groter worden. Ook wordt voorkomen dat er vocht onder het netvlies komt. De behandeling gebeurt poliklinisch, duurt ongeveer tien minuten en is niet echt pijnlijk.
Vroege opsporing van een netvliesscheur is heel belangrijk om het gezichtvermogen te behouden. Niet alle netvliesscheuren hoeven overigens te worden behandeld. Sommige kleine scheurtjes zijn vrij onschuldig. Dit is mede afhankelijk van de locatie en de vorm (bijvoorbeeld: rond of hoefijzervormig) van het scheurtje.
Oogziekenhuis Amsterdam
Eye Hospital Amsterdam